ESG-kaders voor vastgoed worden in 2023 nog belangrijker, nu groene investeringen toenemen en vraagstukken op het gebied van milieu, overheid en sociale verantwoordelijkheid in de schijnwerpers komen te staan.
Om vastgoedbedrijven te helpen deze uitdagingen het hoofd te bieden en duurzame bedrijfspraktijken in de toekomst te garanderen, is een reeks ESG-kaders ontwikkeld.
In deze blog zetten we er enkele op een rij, zodat jij kunt beslissen welk kader het beste bij je organisatie past.
De Global Real Estate Sustainability Benchmark (GRESB) is een algemeen erkende en toonaangevende benchmark voor het beoordelen van de duurzaamheidsprestaties van vastgoedportefeuilles wereldwijd.
Kernpunten van GRESB:
Beoordelingskader: GRESB biedt een gestandaardiseerd beoordelingskader waarmee vastgoedbedrijven, fondsen en ontwikkelaars kunnen rapporteren over hun ESG-prestaties. De beoordeling heeft betrekking op verschillende aspecten, waaronder energie-efficiëntie, de uitstoot van broeikasgassen, waterverbruik, afvalbeheer, gezondheids- en welzijnsinitiatieven, praktijken op het gebied van diversiteit en inclusiviteit, en bestuursbeleid.
Datagestuurde analyse: Deelnemende entiteiten dienen data in met betrekking tot hun duurzaamheidsinspanningen, en GRESB gebruikt deze data om de prestaties te evalueren en te benchmarken. De verzamelde informatie helpt investeerders, belanghebbenden en de markt als geheel om inzicht te krijgen in de duurzaamheidspraktijken van vastgoedentiteiten.
Wereldwijde deelname: GRESB heeft een wereldwijd bereik, met duizenden vastgoedbedrijven, fondsen en vastgoedobjecten die deel uitmaken van het jaarlijkse beoordelingsproces. Het omvat een breed scala aan vastgoedtypen, waaronder commercieel, residentieel, industrieel en meer.
Focus op beleggers: GRESB is primair gericht op institutionele beleggers die ESG-factoren willen meenemen in hun beleggingsbeslissingen. Door gestandaardiseerde en vergelijkbare data over duurzaamheidsprestaties te verstrekken, helpt GRESB beleggers om duurzamere en verantwoordere beleggingen te identificeren.
Prestatiebenchmarking: GRESB beoordeelt entiteiten op basis van hun duurzaamheidsinspanningen en rangschikt ze ten opzichte van hun branchegenoten. Hierdoor kunnen bedrijven en fondsen hun geboekte vooruitgang meten en streven naar continue verbetering.
Transparantie en verantwoording: GRESB bevordert transparantie en verantwoording in de vastgoedsector door bedrijven en fondsen aan te moedigen hun ESG-gerelateerde informatie en verplichtingen openbaar te maken.
BREEAM is een kader dat de ecologische, sociale en economische prestaties van gebouwen evalueert. Het doet dit door de energie-efficiëntie, het waterbehoud, het afvalbeheer, de kwaliteit van het binnenmilieu, de ecologische impact en de sociale verantwoordelijkheid van een bedrijf te beoordelen.
Vastgoedbedrijven kunnen dit raamwerk gebruiken om via hun bouwprojecten blijk te geven van hun engagement voor duurzame ontwikkeling.
Het wordt afgesloten met een certificeringsproces, waarbij het ontwerp, de constructie en de operationele aspecten van het gebouw worden beoordeeld. Op basis van de punten die in verschillende categorieën zijn verdiend, wordt het certificeringsniveau toegekend, variërend van 'Voldoende' tot 'Uitstekend'.
BREEAM is een erkende benchmark voor duurzaamheid. Het stelt belanghebbenden ook in staat om weloverwogen beslissingen te nemen over de milieu- en sociale impact van hun gebouwen.
Meer informatie.
De WELL Building Standard
De WELL Building Standard is een prestatiegebaseerd systeem voor het meten, certificeren en monitoren van aspecten van de gebouwde omgeving die van invloed zijn op de menselijke gezondheid en het welzijn. Het wordt beheerd door het International WELL Building Institute (IWBI) en is ontworpen om de levenskwaliteit en gezondheid van de bewoners van gebouwen te verbeteren. De standaard behandelt verschillende aspecten van het ontwerp, de constructie en de exploitatie van gebouwen, waarbij de focus ligt op het bevorderen van gezondheid, comfort en productiviteit.
De belangrijkste kenmerken en concepten van de WELL Building Standard zijn onder meer:
Categorieën: De standaard is onderverdeeld in zeven categorieën, bekend als concepten, die specifieke aspecten van de gezondheid en het welzijn van de bewoners behandelen. Deze categorieën zijn Lucht, Water, Voeding, Licht, Fitness, Comfort en Geest.
Randvoorwaarden en optimalisatie: Elk concept omvat randvoorwaarden en optionele optimalisaties. Randvoorwaarden zijn de minimumvereisten waaraan moet worden voldaan voor certificering, terwijl optimalisaties aanvullende strategieën zijn waarmee extra punten kunnen worden verdiend voor hogere certificeringsniveaus.
Prestatiegebaseerd: De standaard is prestatiegebaseerd, wat betekent dat gebouwen worden geëvalueerd op basis van daadwerkelijke resultaten in plaats van alleen op de ontwerpintentie. De prestaties worden gemeten door middel van tests op locatie, enquêtes en andere methoden, om ervoor te zorgen dat het gebouw de beoogde gezondheids- en welzijnsvoordelen oplevert.
Continue monitoring: De WELL-certificering is geen eenmalige gebeurtenis. Om de certificering te behouden, moeten de prestaties van het gebouw voortdurend worden gecontroleerd en gerapporteerd. Deze aanpak moedigt eigenaren en exploitanten van gebouwen aan om op de lange termijn een gezonde omgeving in stand te houden.
Samenwerking: De standaard moedigt samenwerking aan tussen belanghebbenden zoals gebouweigenaren, ontwerpers, aannemers en bewoners, om de gezondheids- en welzijnsresultaten van het gebouw te optimaliseren.
Fitwel is een gebouwcertificeringssysteem en beoordelingstool dat de gezondheid en het welzijn in gebouwen bevordert. Het werd ontwikkeld als een gezamenlijk initiatief van de Amerikaanse Centers for Disease Control and Prevention (CDC) en de General Services Administration (GSA). Fitwel beoordeelt verschillende aspecten van de gebouwde omgeving die van invloed zijn op de menselijke gezondheid en geeft richtlijnen voor het verbeteren van deze factoren om gezondere ruimtes te creëren.
Fitwel vormt een aanvulling op andere bouwcertificeringssystemen zoals LEED en de WELL Building Standard en biedt extra opties voor het creëren van gezondere en duurzamere omgevingen. Het is populair geworden onder gebouweigenaren en ontwikkelaars die prioriteit willen geven aan het welzijn van hun bewoners, en die hun gebouwen willen afstemmen op de beste praktijken op het gebied van gezondheid en welzijn.
De belangrijkste kenmerken van Fitwel zijn onder meer:
Op bewijs gebaseerde strategieën: De aanbevelingen van Fitwel zijn gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek en studies die de positieve effecten aantonen van bepaalde ontwerp- en operationele kenmerken op de gezondheid en het welzijn van bewoners.
Aanpasbaar en schaalbaar: Fitwel kan worden toegepast op een breed scala aan gebouwtypen, van kantoren en woongebouwen met meerdere gezinnen tot scholen, winkelruimtes en zorginstellingen. Het biedt een flexibele en schaalbare aanpak om aan de unieke behoeften van elk gebouw te voldoen.
Puntengebaseerd systeem: Fitwel gebruikt een puntensysteem om de gezondheidsbevorderende kenmerken van een gebouw te evalueren. Bouwprojecten kunnen één, twee of drie sterren krijgen op basis van het aantal verdiende punten.
Focus op meerdere factoren: Fitwel kijkt naar verschillende factoren met betrekking tot gezondheid, zoals mogelijkheden voor fysieke activiteit, toegang tot gezonde voeding, natuurlijk daglicht, de binnenluchtkwaliteit en ondersteuning voor geestelijk welzijn.
Continue verbetering: Fitwel moedigt continue verbetering aan door gebouwen elke drie jaar opnieuw te laten certificeren. Hierdoor krijgen eigenaren en exploitanten de mogelijkheid om verdere verbeteringen en updates aan te brengen.
Andere ESG-kaders om rekening mee te houden
Het Carbon Disclosure Project (CDP)
CDP is een internationale non-profitorganisatie die de milieu-impact van bedrijven beoordeelt, waarbij de nadruk specifiek ligt op de CO2-uitstoot.
Gebouwen kunnen een negatieve invloed hebben op het milieu door een slechte energie-efficiëntie en opgenomen koolstof. Het is daarom belangrijk dat vastgoedbedrijven zich inspannen om deze uitstoot op te sporen en te beperken.
Vastgoedbedrijven kunnen hun CO2-uitstoot en klimaatgerelateerde risico's openbaar maken via het rapportageplatform van CDP. Dit kader maakt benchmarking en vergelijking met sectorgenoten mogelijk.
Meer informatie.
Het EP is een kader voor risicobeheer dat door financiële instellingen wordt gebruikt voor het beoordelen en beheren van milieu- en sociale risico's bij projectfinanciering.
Vastgoedbedrijven die betrokken zijn bij grootschalige projecten, zoals de ontwikkeling van infrastructuur, kunnen de Equator Principles gebruiken om duurzame en verantwoorde projectplanning, ontwerp en implementatie te garanderen.
Meer informatie.
Het IIRC bevordert geïntegreerde rapportage, waarbij financiële informatie wordt gecombineerd met ESG-prestatie-indicatoren om een holistisch beeld te geven van de waardecreatiestrategie van een bedrijf.
Vastgoedbedrijven kunnen geïntegreerde rapportagepraktijken toepassen om de onderlinge verbanden tussen financiële, milieu-, sociale en governance-aspecten van hun activiteiten aan te tonen.
Meer informatie.
Deze kaders zijn een manier om je bedrijf duurzamer te maken, het vertrouwen van investeerders te vergroten en te werken aan een betere toekomst.
Dat gezegd hebbende, het is niet zo eenvoudig als het aanvinken van de juiste vakjes. Vastgoedbedrijven moeten ESG benaderen met een gevoel van zin en authenticiteit
Dat betekent transparant zijn over hun inspanningen en uitdagingen direct aanpakken. Het draait allemaal om het creëren van een duurzame nalatenschap die de inspiratie van de concurrentie oproept en een positieve impact op de wereld achterlaat.